Hij wilde onder zich iets hebben, iets
waar mensen in konden kwebben.
Hij noemde het een huis, maar wel zonder
een muis.
Want met een muis is het niet altijd
pluis.
Maar in je eentje lijk je net een klein
teentje.
Hop ! Zo nu staat er nog een bovenop.
Nu zijn ze met een hele groep, ze hebben
zelfs een stoep.
Daar kunnen de mensen op hoppen, voor
als de auto’s niet willen stoppen.
Alle mensen zijn blij, net zoals de dieren
in de wei.
Het gedicht stopt en deze man heeft jou
echt niet gefopt!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten