1000 jaren geleden leefde er eens een vrouw. Ze woonde in
een drukke stad. Eigenlijk was dat niet bepaald handig , want ze hield niet van
drukte, dus ging ze maar in de bergen wonen. Zoon Jorg, vader Butch en moeder Maraya.
Jorg moest altijd de geiten hoeden. Op een dag kwam hij een oude vrouw tegen.
Hij vroeg haar : “Maar mevrouw wat doet u hier zo alleen in de bergen ?”Waarop
de vrouw antwoordde: “Ik zoek een rustige plek om te wonen. Weet jij misschien
wat ?”Jorg dacht even na en zei toen : “ Boven op de Hoefeberg is nog een oud
vervallen huis. Perfect om in te wonen.””Bedankt jongeman !” “Graag gedaan
mevrouw !” Voortaan hielp Jorg de oude vrouw bij het opknappen van haar
“huisje”. Maar omdat hij de geiten heel lang niet had gehoed, kreeg hij flink
op zijn kop van zijn vader. Hij dreigde hem te vertellen waar hij zoal mee
bezig was en Jorg vertelde het verhaal. Zijn vader zei: “Ik zal die vrouw!” en weg was hij. Hij ging met een bijl de
Hoefeberg op en hakte een cirkel van spleten in de grond rondom het huis. Hij
was er de rest van zijn leven mee bezig. En daarom ontstond er een oceaan van
zweet, bloed en tranen. Men noemde deze daarom wel de rode ijszee. Jammer
genoeg stierf hij en werd zijn lijk aan de aasgieren gevoerd in Afrika. Er
ontstond een rivier in de spleten die Butch had gemaakt. Daardoor werd het een
steeds diepere kloof en brokkelde de hele Hoefebeg af. Alleen het oude, oude
huis bleef nog op een klein stukje berg staan. Er woont niemand meer en het is gebleven
zoals het was. Inclusief de oude roeiboot die voor het huis op de golven deinst
….
Geen opmerkingen:
Een reactie posten