Het verdwenen eiland ( door Emerentiana)

 

Men denkt altijd alles te weten over de wereld en haar verleden maar toch zijn er vergeten tijd perken. Alleen de aarde de wind en de bomen weten dat nog. En als je op een zomer avond languit in het gras goed luistert kan je misschien heel misschien dit verhaal horen.

 Het is net lente in de stad Folice in Italië. De vogels fluiten er word gedanst en gezongen op het plein, bij de markt kramen staat het zwart van de mensen iedereen heeft het naar zijn zin… behalve een iemand, en die iemand is het dochtertje van de schilder Ferato Vollegarde. Het meisje Falicé zit met betraande ogen boven in de grote eikenboom. Ze is altijd zo vrolijk en precies op de dag van het grote feest is ze verdrietig. Niemand snapt waarom haar vader verkoopt bijna al zijn schilderijen, er is geen wolkje aan de lucht en iedereen is blij. Maar toch is er iets aan de hand waar door het komt. Ineens klinkt een galmende stem over het plein. Falicé kijkt nieuwsgierig door de bladeren heen. Het is de burgemeester Rammellá Bibsé. Ze kondigt aan dat er straks het grote toernooi aankomt. Dat was alles, maar toch klopt er iets niet de burgemeester die langs komt geen een wolkje aan de lucht nergens zie je vogels maar je hoort ze wel. Die vreemde geur die er al sinds vanochtend is.

Vreemde vogel ( door Yara)

Na 5 jaar onderzoek zijn ze er eindelijk achtergekomen waar de pijlen vandaan komen. 5 jaar geleden vlogen twee toeristen over een tropisch gebied in India. Ze waren daarheen vertrokken om de natuur te verkennnen. Ze vlogen over bosrijke gebieden totdat de mysterieuze Bondo stam hun zagen. Zij dachten dát is een vreemde vogel. Zo vreemd dat ze er bang van werden. Ze riepen allle jagers bij elkaar om die vogel aan te vallen. De jagers pakten hun beste pijlen en sterkste bogen en begonnen op de vogel te schieten. Door al die pijlen kon de vogel niet meer vliegen en landde op een open plek in het bos en de jagers en alle anderen gingen ernaartoe en zagen dat het geen vogel was maar iets dat ze nooit eerder hebben gezien. De 2 toeristen legden uit aan de Bondo stam wat dit was. Ze begrepen dat het ding hun geen kwaad zou doen. Het vliegtuig werd naar een museum gebracht omdat het nog nóóit eerder is gebeurd dat een vliegtuig met allemaal pijlen erin nog heel is. Iedereen in de hele wereld kan nu getuige zijn van dit wonder.

De strijd om Nieuw Zeeland ( door Job)


Het was rond 1890. de Europeanen kwamen naar Nieuw Zeeland. Ze wilden daar wonen maar één ding stond hun in de weg, de Maori’s. Er brak een hevige strijd los , maar wie kreeg nou Nieuw Zeeland?

 
Het begin

Europeanen kwamen aan op Nieuw Zeeland het was een erg mooi gebied. Ze bouwden huizen en gingen er wonen. Ze hakte soms wat bomen af om  plaats te maken, maar op een dag kwamen ze de Maori’s tegen. Er brak een strijd uit tussen de Europeanen en de Maori’s. Bijna iedereen wist dat de Maori’s kansloos waren tegen geweren, pistolen en andere wapens. Ze hadden alleen maar hun pijl en bogen messen en nog wat.


Geraakt! ( door Eva)


 
Op het bureau van inspecteur Bram lag het dossier : onderzoek het regenwoud of er indianen zijn.

Bram pakte het dossier op en las het. Hij dacht: ‘daar heb ik zin in, dat wil ik doen!’ Hij huurde een piloot in, zijn naam was Paul.

Paul was een erg ervaren piloot. Hij was een beetje mollig, hij had een hele grote snor en liep altijd in een joggingbroek. Bram droeg altijd hele nette kleding , hij was een soort kakker en vond het maar raar dat Paul er altijd zo bij liep.

Paul had de vlucht goed voorbereid, alles was in orde, de motor was nagekeken en had genoeg brandstof getankt want het was een lange vlucht. Hij had het vliegtuig jaren geleden gekocht en was er heel zuinig op. Alles was altijd spik en span.

1000 jaren geleden …. ( door Marlies)

1000 jaren geleden leefde er eens een vrouw. Ze woonde in een drukke stad. Eigenlijk was dat niet bepaald handig , want ze hield niet van drukte, dus ging ze maar in de bergen wonen. Zoon Jorg, vader Butch en moeder Maraya. Jorg moest altijd de geiten hoeden. Op een dag kwam hij een oude vrouw tegen. Hij vroeg haar : “Maar mevrouw wat doet u hier zo alleen in de bergen ?”Waarop de vrouw antwoordde: “Ik zoek een rustige plek om te wonen. Weet jij misschien wat ?”Jorg dacht even na en zei toen : “ Boven op de Hoefeberg is nog een oud vervallen huis. Perfect om in te wonen.””Bedankt jongeman !” “Graag gedaan mevrouw !” Voortaan hielp Jorg de oude vrouw bij het opknappen van haar “huisje”. Maar omdat hij de geiten heel lang niet had gehoed, kreeg hij flink op zijn kop van zijn vader. Hij dreigde hem te vertellen waar hij zoal mee bezig was en Jorg vertelde het verhaal. Zijn vader zei: “Ik zal die vrouw!”  en weg was hij. Hij ging met een bijl de Hoefeberg op en hakte een cirkel van spleten in de grond rondom het huis. Hij was er de rest van zijn leven mee bezig. En daarom ontstond er een oceaan van zweet, bloed en tranen. Men noemde deze daarom wel de rode ijszee. Jammer genoeg stierf hij en werd zijn lijk aan de aasgieren gevoerd in Afrika. Er ontstond een rivier in de spleten die Butch had gemaakt. Daardoor werd het een steeds diepere kloof en brokkelde de hele Hoefebeg af. Alleen het oude, oude huis bleef nog op een klein stukje berg staan. Er woont niemand meer en het is gebleven zoals het was. Inclusief de oude roeiboot die voor het huis op de golven deinst ….

Er was eens een kasteel op een rots ( door Duco)


Er was eens een kasteel op een rots.

Daar woonde een heel zielige heks.

Ze had geen ouders of vrienden of familie.

Op een dag klopte een jongen aan die jongen hete Sven.

Hij vroeg mag ik ff poepen bij jou.

De heks zei whahahahahah nee natuurlijk niet.

Sven ging woedend weg.

Onderweg poepte hij in zijn broek.

Hij moest huilen.

Toen hij thuis was ging hij uithuilen bij zijn moeder.

Kikker & Konijn ( door Eva)

Er was eens een konijn , en die wou weten waarom dieren niet het zeggen hadden en de mens wel hij leefde op een rots midden op de zee. Hij zag opeens een kikker . Hij liep er naar toe en zei : ‘weet jij waarom dieren niet het zeggen hebben en de mens wel ?’ Kikker zei : ‘ Ik heb geen idee , zullen wij dat samen gaan onderzoeken ?’ Ja leuk ! zei het konijn. En ze liepen samen naar zijn huis. Het was bijna half vijf, opeens kwamen ze muis tegen, in konijns huis. Hoi muis ! zeiden ze. Hoi ! zei muis.  ‘Weet jij misschien waarom mensen het zeggen hebben en dieren niet ?’ zeiden kikker en konijn tegelijker tijd. Nee sorry zei muis, ik kan jullie niet helpen. Ik ga weer mijn holletje in, sorry zei muis . Oké zeiden ze. Er stond in de verte een paal met daarop : Filosofie. Konijn zei , weet jij wat filosofie is ? Ja ! dat betekend dat je creatief denkt in je hoofd. Zei kikker . Ooo zei konijn, dus die vraag die ik stelde, dat is dus FILOSOFIE !

Er was eens een huis op een rots ( door Max)


Er was eens een huis op een rots.

Dat huis leek op een kasteel.

Het was heel hoog.

Daar achter staat een hele grote berg.

Ervoor ligt een klein roeibootje.

Er woonde een jongen die hete Sven.

Hij had geen ouders.

En opeens, stond er een heks voor de deur.

Die heks zei, mag ik ff plassen.

En toen smeet Sven de deur dicht.

De heks zei ik krijg je nog wel!!!!!!!

Onderweg plaste ze in haar broek.

Toen pakte Sven een zakje chips en begon te eten.

Jongensdroom ( door Yara)

Zo’n 40 jaar geleden liep er een jongetje over het strand. Hij staarde naar de zee en zag die hoge prachtige rots. “Als ik ooit daar eens zou kunnen wonen”  riep hij hardop, dan zou mijn mooiste jongensdroom uitkomen.

De jongen moest een plan gaan bedenken hoe hij daar dat huis op die rots krijgt. Een bootje zou wel handig zijn . Met dat bootje vaarde de jongen naar de rots om te kijken of het mogelijk zou zijn. Hij bedacht zich dat hij eerst een trap moet uithakken om boven te komen. Zo begint zijn lange, lange , lange weg naar boven. Iedere dag voer hij ’s morgens in zijn lege bootje naar de rots en ’s avonds met een volle boot met puin terug. Dag in dag uit jaar na jaar was hij bezig om de trap te maken. Eindelijk na vele jaren was de trap klaar en stond hij boven op zijn rots. Nu kon hij eindelijk beginnen met de bouw van zijn huis. Hij werd steeds ouder , naast zijn echte werk moest hij nu in zijn vrije tijd zijn huis bouwen. Steen voor steen en plank voor plank bracht hij de spullen in zijn bootje naar de rots , trap op en trap af iedere dag weer. Totdat er na vele, vele, vele jaren er een huis stond. Eindelijk was het af.

Hij kon er nu gaan wonen. Hij was een oude man geworden en kon nu eindelijk zijn jongensdroom van vroeger waarmaken

Verhuizing naar de berg ( door Job)

Het verhaal gaat over Bram. Bram woonde vroeger lekker rustig in het bos, maar hij moest verhuizen naar Amsterdam. Hij vond het maar vervelend want er was een drukke weg en veel herrie en door alle huizen te veel schaduw en weinig zon. Hij had er na 1 week al genoeg van, hij wou verhuizen.

 
Zeuren

Bram: ‘’Mam ik haat ervan om in een stad te wonen IK WIL VERHUIZEN!’’ Zijn moeder: ‘’het gaat niet zo makkelijk om te verhuizen.’’ Zo bleef Bram drie weken door zeuren en uiteindelijk kreeg hij zijn zin. Maar zijn moeder gaf hem een jaar lang geen zakgeld meer.

De beslissing
Eerst moesten ze een huis kiezen. Ze hadden vier keuzes: 1. Hetzelfde huis als eerst in het bos 2. Een woonboot 3.een appartement in een flat 4. een huis op een berg. Bram wou hetzelfde huis als eerst want dat was hij gewend. Zijn moeder wou een woonboot want dan kon ze  elke ochtend een frisse duik nemen. Zijn vader wou een huis op een berg want hij hield wel van iets avontuurlijks. Welke werd het nou? Die nacht sloop de vader van Bram Bram’s kamer binnen maakte hem wakker en vertelde allemaal leuke dingen wat ze zouden kunnen doen in het huis op de berg  zoals: bungeejumpen, klifduiken en deltavliegen nou dat zou Bram wel leuk vinden dus hij wou daar wonen. Dus de beslissing was genomen het werd het huis op de berg.

Er was eens een gezin ( door Pepijn)

Er was eens een gezin die dachten dat ze lekker naar het strand gingen, Maar het werd een bijzondere dag.

Luister...

 

Pepijn: kom pap we gaan naar het strand

Papa: dat is eens een leuk idee.

Papa: naar welk strand kunnen we gaan?

Pepijn: 1e slag is wel leuk

Papa: ik vind alles goed

Papa: maar we moeten wel nu gaan als we nog willen

Pepijn: oké, let's go